Trainingen

Kenmerkend voor de meeste trainingen is dat beroepskrachten worden toegerust om open in gesprek te gaan met kinderen en ouders.

Het interview is een belangrijk middel in de trainingen, omdat hierbij de rollen worden omgedraaid. Het kind is de deskundige en de informant; de beroepskracht brengt zelf geen informatie, hulp of zorg in, maar luistert en vraagt door binnen de belevingswereld van het kind. Doel van het gesprek is niet het kind ‘beter’ te maken, maar om zelf ‘beter’ te worden.

Een interview werkt niet met een vooraf gestelde agenda of doel, maar laat zich in dit opzicht in hoge mate leiden door de geïnterviewde. De uitkomst van een open interview is ongewis. Dit vraagt vaardigheden en een houding van vertrouwen, loslaten, gelijkwaardigheid, kunnen benutten van ervaringsdeskundigheid, geduld en volgen.

De ‘bewustwording’ van de eigen aanbodgerichtheid en de ‘houdingsomslag’ wordt 9 van de 10 keer genoemd als belangrijkste effect van de trainingen.

Beroepskrachten benutten de interviewvaardigheden om informatie van hun doelgroep te achterhalen, maar ook in het dagelijks werk. Zowel beroepskrachten, kinderen als ouders worden naar behoefte toegerust met kennis, vaardigheden en methodieken om vraaggericht te werken.